Ten grondslag aan veel Smart City initiatieven liggen de toenemende technische mogelijkheden en de kansen die verschillende belanghebbenden zien. Nieuwe inzichten uit data, de mogelijkheid om gedrag te sturen en het verbeteren van de interactie tussen lokale overheid, burgers, bedrijven en onderwijsinstellingen, zo maar een greep uit de beloften uit het Smart City discours. Na het optrekken van de rook rondom de jaarwisseling kijken we naar de samenwerking tussen vele partijen, die nodig is om de beloftes rondom de Stad van de Toekomst waar te maken.
Deze blog maakt onderdeel uit van een serie over Smart Cities, de stad van de toekomst. In het vorige deel las je over communicatie en de rol van data binnen de Smart City. In dit deel geeft expert Koos van der Tang zijn visie over samenwerking binnen de Smart City.
Het eerste antwoord is simpel: de burger die als inwoner van zijn of haar stad graag ziet dat alles goed geregeld is. Denk daarbij aan de leefbaarheid, bereikbaarheid en voorzieningen. Daarnaast zijn er organisaties die in de stad gevestigd zijn en wensen hebben ten aanzien van veiligheid, bereikbaarheid en andere zaken die leiden tot een goed vestigingsklimaat.
Maar wie gaat ‘het’ nu regelen? Hiervoor wordt al snel gekeken naar de lokale overheid, de gemeente is immers verantwoordelijk voor de publieke leefomgeving. Voor een gemeentelijke organisatie is het echter lastig om volledig zelfstandig de nieuwe technologische mogelijkheden om te zetten in oplossingen die beleidsdoelstellingen dichterbij brengen. Hiervoor is samenwerking nodig. Samenwerking met de andere belanghebbenden.
Als eerste dienen de aanbieders van producten en diensten zich aan. Er zijn veel marktpartijen die in hun bestaande producten en diensten ‘iets’ met technologie doen en dit vervolgens een ‘Smart City’ product of dienst noemen. Zo’n product of dienst kan een prima start zijn om als gemeente bekend te raken met het fenomeen Smart City. Om bestaande producten en diensten nog slimmer te maken zijn combinaties met andere producten en diensten nodig en dat vereist nieuwe vormen van samenwerking.
Naast burgers, organisaties, overheden en aanbieders zijn ook onderwijsinstellingen in meer of mindere mate belanghebbende. Niet in de laatste plaats omdat Smart City ontwikkelingen en initiatieven vragen om vernieuwing van denken en doen. Voor studenten en onderzoekers zijn altijd belangrijke rollen weggelegd in innovatieve ontwikkelingen, zij kunnen vanuit een ‘buitenperspectief’ kijken naar de mogelijkheden en werken aan nieuwe combinaties.
Hoe ziet samenwerking rondom Smart City initiatieven er dan uit? We nemen Samen Milieu Meten van het RIVM als voorbeeld. Veel mensen maken zich zorgen om de luchtkwaliteit in hun leefomgeving en willen hier iets aan doen. Door middel van steeds goedkoper wordende technologie is het mogelijk om metingen uit te voeren en steeds meer mensen doen dat.
Lokaal verzamelde data is echter nog maar een eerste stap. Als je op basis van lokaal verzamelde data regionaal inzicht wilt krijgen of als je als overheid je handelingsperspectief wilt vergroten is er meer nodig. Lokaal verzamelde data zal centraal ontsloten moeten worden, de kwaliteit moet van een zeker niveau zijn en zo verder.
Het programma Samen Milieu Meten van het RIVM ondersteunt deze ontwikkeling door data vanuit zowel RIVM- als burgersensoren samen te brengen in een dataportaal. Het programma betrekt en biedt mogelijkheden voor burgers, onderwijsinstellingen en bedrijven om met de verzamelde data aan te slag te gaan.
Waar leidt deze faciliterende rol van het RIVM rondom Samen Meten toe? Nog niet tot directe verbetering van bijvoorbeeld de luchtkwaliteit maar wel tot een nieuwe samenwerking en het gezamenlijk genereren van inzicht. Inzicht dat bijdraagt aan beter geïnformeerde besluitvorming rondom uitstoot. Zo faciliteert het RIVM samenwerking die resulteert in inzicht om uiteindelijk tot een betere luchtkwaliteit te komen.
Met het Samen Milieu Meten voorbeeld in het achterhoofd zijn verschillende scenario’s denkbaar waarin samenwerking tussen belanghebbenden zich verder kan ontwikkelen. Een ziekenhuis of zorginstelling kan bijvoorbeeld een lokale onderwijsinstelling vragen om studenten sensoren te laten samenstellen. Vervolgens kan op basis van de verzamelde data, die via het RIVM-portaal toegankelijk is, met de gemeente afspraken worden gemaakt over een vuurwerkvrijezone tijdens Oud & Nieuw. Samenwerking kan daardoor dus bijdragen aan een veiligere woonomgeving.
De gemeente kan op haar beurt bij de communicatie richting de burger inzichtelijk maken waarop de keuze voor de aangewezen vuurwerkvrijezone is gebaseerd. Daarnaast kan de gemeente dit gebied bijstellen als uit de data en beleving van de instellingen blijkt dat dit nodig is. Zo draagt het delen van data en samenwerking dus bij aan een transparant bestuurlijk apparaat.
Om succesvol vorm te geven aan Smart City initiatieven is samenwerking nodig. Dit besef is een startpunt voor succesvolle initiatieven. Alles alleen doen is eigenlijk geen optie. Nieuwe technologische mogelijkheden vragen immers om andere manieren van organiseren en dat kan zelfs leiden tot verandering van bestaande structuren en processen.
Samenwerking rondom data vraagt om een gezamenlijk dataplatform. Het delen van data is een uitdagend maar cruciaal onderdeel van succesvolle samenwerking. Het voorbeeld van Samen Milieu Meten laat zien wat er mogelijk is en daar gaat nog meer bij komen. Houd dit soort ontwikkelingen rondom data delen dus goed in de gaten, bijvoorbeeld via het Dataregister van de Nederlandse Overheid.
Samenwerking in de realisatie vraagt om vernieuwende manieren van inkopen. Het ontwikkelen van de noodzakelijke samenwerkingsverbanden vraagt om inkoopvoorwaarden die samenwerking stimuleren. De vereiste samenwerking, integratie en innovatie is vaak voor alle benodigde partijen nieuw en vormt daarmee een relatief groot commercieel risico voor zowel de vragende al de aanbiedende partij. Tegelijkertijd mag een overheid de markt geen steun geven vanwege marktverstoring. Deze risico’s kunnen worden afgedekt door een inkoopproces dat ontwikkeld is om innovatie in te kopen.
Pre-commercial Procurement (PCP) is een door de Europese Commissie ontwikkeld inkoopproces. De PCP methode maakt het mogelijk om als overheid innovatieve samenwerkingen van de grond te krijgen.
Vormgeven aan de Stad van de Toekomst vereist nieuwe vormen van samenwerking. Het vinden van deze nieuwe samenwerkingsvormen is een zoektocht. Inherent aan deze zoektocht is onzekerheid over de uitkomsten van het proces, het is immers nieuw. Toch sta je als gemeente of als organisatie niet alleen. Er zijn voorbeelden, hulpmiddelen en ervaringsdeskundigen beschikbaar. Een aantal daarvan zijn in deze blog naar voren gekomen. Ben je geïnspireerd en wil je hier eens over doorpraten? Je bent van harte welkom bij ons in Vianen om onder het genot van een bak koffie eens van gedachten te wisselen.